Ik vind het best moeilijk om mezelf door de ogen van een ander te zien.
Iemand dacht eens dat ik alleen maar geïnteresseerd was in m’n eigen carrière. Ik? Hoe kan je dat nou denken? Ik doe toch alles in het belang van het team?
Nou ja, nobody is a villain in their own mind. In je eigen verhaal ben je nooit de slechterik.
“Een hond”,
zei Roos Vonk vandaag in de Volkskrant, “kan niet door de bril van een ander naar zichzelf kijken – een vereiste voor het hebben van een ego”. Daarom vindt ze het soms makkelijker om verbinding met een hond te voelen dan met een mens, omdat een hond
egovrij is.
Is dat zo, dat een hond geen ego heeft en niet naar
zichzelf kan kijken door de ogen van een
ander?
In de boeken van Frans de Waal heb ik geen voorbeelden gevonden van onderzoek naar ‘zelfbewustzijn’ bij honden. Hij beschrijft wel hoe hondachtigen, zoals wolven, door spel leren hoe hard ze een soortgenoot kunnen bijten zonder dat het zeer doet.
Ze leren dus hoe ze
de ander kunnen zien door hun
eigen ogen.
Van mensapen, dolfijnen, eksters en olifanten is ook bewezen dat ze
zichzelf kunnen zien door hun
eigen ogen: in de spiegel. (Je plakt een sticker op het lijf van een ekster, bijvoorbeeld, op een plek waar 'ie 'm niet kan zien, en nog een sticker op een plek waar hij het alleen in de spiegel kan zien. Dan zet je ‘m voor de spiegel. De sticker die hij ziet, trekt hij eraf. Dus hij weet dat hij zichzelf ziet, in die spiegel.)
Deze 'spiegeltest' wordt gezien als bewijs dat dieren 'zelfbewustzijn' hebben. Frans de Waal noemt zelfbewustzijn: ‘Besef van het ego, met voor sommigen als criterium dat een diersoort slaagt voor de spiegeltest, terwijl anderen geloven dat het alle levensvormen karakteriseert.’ Voor hem vallen zelfbewustzijn en ego dus samen.
Frans de Waal beschrijft ook hoe een vrouwelijke bonobo zich bewust is van de prachtige genitale zwelling op haar achterste. Bij een man die ze wil versieren, wiebelt ze met haar roze ballon. “Terwijl ze dat doet, kijkt ze recht in de ogen van de man, alsof ze vraagt: Wat dacht je hiervan?”
Dus deze bonobo ziet
zichzelf duidelijk door
de ogen van de man die ze begeert. Ze voldoet dus aan het vereiste dat Roos Vonk noemt voor het hebben van een ego.
In haar boek ‘Mijn ego heeft altijd gelijk’ noemt Roos Vonk het ‘ego’: “een stemmetje in ons hoofd dat we bijna allemaal kennen - een stemmetje dat zich afvraagt: Ben ik goed genoeg, doe ik ertoe?"
Ego draait bij haar dus niet alleen om zelfbewustzijn, maar ook om zelfwaardering.
De vrouwelijk bonobo waardeert zichzelf. Of ook andere dieren dat doen, zichzelf evalueren, dat weet ik niet. Laten we vandaag eens kijken naar ons eigen ego.
Hoe waardeer je jezelf? Daarvoor hebben we een hele trukendoos. Die trucs kan je leren, maar we krijgen ze ook mee ingebakken. Dat stemmetje, dat is ingebakken. En veel antwoorden erop ook. Roos Vonk noemt het onze innerlijke spindoctor, die steeds uitlegt dat we het goed doen. Of liever gezegd, die steeds recht praat wat krom is.
'Ik denk toch altijd in het team-belang? Iemand moet wel het overzicht houden natuurlijk. En ik neem die last op me. Dus het is logisch dat ik meer te zeggen heb en meer verdien.' Zoiets.
Ik denk dat die spindoctor dient om ons overeind te houden. Om als individu in een groep te functioneren, moet je begrijpen wat je kunt toevoegen, en dat ook als waardevol zien. En aangezien homo sapiens succesvol is geworden door in groepsverband te leven, zijn dat stemmetje en z'n spindoctor heel belangrijk.
“Het ego”, schrijft Roos Vonk, “werkt als een totalitair systeem waarin ongewenste informatie wordt weggefilterd, verdraaid of vergeten, en gewenste informatie wordt geaccentueerd. Dit gebeurt op zo’n manier dat we er zelf in kunnen geloven. De spindoctor zoekt een dusdanige interpretatie dat ons zelfbeeld er mee gediend en we tegelijkertijd nog wel enigszins recht doen aan de werkelijkheid.”
Ons ingebakken of gestreelde ego houdt ons voor de gek.
Lange tijd wisten we niet dat dieren ook zelfbewustzijn hadden. We wisten ook niet dat ze pijn konden lijden, lichamelijk en geestelijk. Onze spindoctor kon dat mooi gebruiken, om de manier waarop we met dieren omgaan recht te praten.
En nu we het eigenlijk wel weten, vertellen we onszelf dat wij mensen superieur zijn aan dieren. Dat wij hen mogen gebruiken en pijn doen.
Er zijn talloze signalen dat dit niet zo is. Maar in deze signalen herkennen wij ons niet. En daarom blijven we geloven dat we meer mogen, omdat we meer kunnen. Op EverybodyCounts schrijf ik er vaak over. Bijvoorbeeld in de blog No Podemos, over wat misschien wel mag, maar niet kan.
Als we inzien dat we niet belangrijker zijn dan anderen, zijn we dan fijner om mee om te gaan, als individu of als soort?
Ik zeg: Ja. Misschien ervaar je dat als je omgaat met je hond. Want die vindt zichzelf niet belangrijker dan jou.
Ik hoop dat dit inzicht ons helpt om te werken aan een samenleving waarin iedereen mee telt.
RJV
- Roos Vonk, Mijn ego heeft altijd gelijk. Van zelfbedrog naar zelfkennis. (2023)
- Het voorbeeld van de spelend-vechtende hondachtigen komt uit Frans de Waal, De bonobo en de tien geboden. (2013)
- Het verhaal van de bonobo met haar roze ballon komt uit Frans de Waal, Anders. Gender door de ogen van een primatoloog, blz. 142. (2022)
- De definitie van zelfbewustzijn komt uit Frans de Waal, Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn?, blz. 368 (2016)