Vandaag las ik de column van Stevo Akkerman in Trouw, en ik beantwoord zijn stuk bijna volmondig met amen. Maar op één punt is het onmogelijk om het met hem eens te zijn. Niet dat ik ‘m niet begrijp, niet dat ik niet met ‘m meevoel. Maar omdat het... onmogelijk is.
“Is er dan geen enkel sprankje hoop?” vragen de lezers Stevo smekend. “Inderdaad, geen enkel”, antwoordt hij over ‘de toestanden’ tussen Israël en de Palestijnen.
Terwijl Mark Rutte op bezoek in Israël was, begin deze week, schoten Israëlische militairen 5 Palestijnen dood bij een inval in Nablus, bij een groep jongeren met de naam Arin al-Asad, ‘Het hol van de Leeuw’. De militairen trokken daarvoor Palestijns gebied binnen. Het is eigenlijk nauwelijks nieuws, want bij dergelijke invallen vielen dit jaar op de West Bank al meer dan 120 doden. De naam van de groep ervaar ik in het licht van deze inval als ironisch, en cynisch. Niet vanwege de impliciete verwijzing naar de Leeuw van Juda, een Israëlisch symbool, en een aanduiding voor de ultieme Hoop in sommige christelijke kringen. Maar omdat er voor Israëlische militairen misschien wel sprake is van een hol, maar niet van een leeuw. Hooguit een welpje.
Er is volstrekte ongelijkheid in mogelijkheden en middelen. Israel heeft de ‘iron dome’, een raketafweersysteem waarvan we graag willen dat ze het aan Oekraïne leveren, bestand tegen een Russische regen van zware raketten. De Palestijnen hebben zelfgemaakte raketjes, die weleens doel treffen, maar dan weinig schade aanrichten. Al wil ik het leed niet bagatelliseren als zo’n vuurpijl je treft.
Maar het geweld dat de Palestijnen moeten doorstaan, de dagelijkse vernederingen, het getreiter, de volstrekte ongelijkheid, de leugens en het verdraaien, de kracht van de Israëlische propaganda, de onverschilligheid van de buitenwereld, de dagelijkse uitzichtloosheid, de wanhoop… De hopeloosheid van hun situatie schroeft je keel dicht.
Vandaar dat ik Stevo Akkerman begrijp. Geen sprankje hoop.
Laat dat nogmaals tot je doordringen: Geen hoop meer. Je kunt het land niet uit. Je kunt jouw stad nauwelijks uit. Er is armoede, en je kunt daar nooit meer aan ontsnappen. Spy-ware op je telefoon. Satellietcamera's hoog boven je. Er is steeds de dreiging van geweld, ook geweld van tot op de tanden gewapende militairen. Je kunt je daar niet tegen verdedigen. En ook niet tegen kolonisten, die jou en je gezin treiteren, om je weg te krijgen. Er is een rechter, maar het recht is niet meer aan jouw kant. Jouw wereld is donker, gitzwart.
Is er geen sprankje hoop meer?
Dat kunnen we onmogelijk accepteren.
Ik wijs nogmaals op het boek van oud-premier Dries van Agt*). Zijn inzicht kwam laat, toen hij al geen premier meer was. Zoals het bij veel mensen laat kwam, omdat we Israël als het beloofde land zagen, voor Israëliërs, en omdat we ons schaamden voor wat er is gebeurd in de Tweede Wereldoorlog. Maar in zijn boek schetst van Agt een scherp beeld, diepgaand. Dries van Agt's oproep was een schreeuw om recht.
Die schreeuw wordt maar niet gehoord. Het bezoek van premier Rutte bijvoorbeeld, begin deze week, was zorgvuldig gebalanceerd. Een gesprek met premier Lapid van Israël, en een gesprek met premier Abbas, van… van wat eigenlijk, van de bezette gebieden. Althans van de Westelijke Jordaanoever. Judea en Samaria, zoals de kolonisten het noemen, die snippers land met ontoegankelijke wegen vol wegversperringen. Eigenlijk geen land, maar een hol.
Gebalanceerd, terwijl er helemaal geen gelijkheid is. Ritueel pleitend voor een twee-statenoplossing. Terwijl ook minister van Buitenlandse Zaken Hoekstra toegeeft dat Israël die oplossing zo goed als onmogelijk heeft gemaakt. Twee staten? Waar dan?
Nederland dient zijn eigen belang, niet dat van de Palestijnen. Daarvoor betalen wij onze ministers, toch? Dat is de cynische taak van buitenlandse politiek.
Tja. Maar daar ligt ook de sleutel, een piepklein sleuteltje, schier onzichtbaar op de rommelige bodem van een bijkans bodemloze put. Bijkans.
Want wat ons belang is, is een kwestie van perspectief. Een kwestie van korte termijn en lange termijn. Ik vind dat het voortduren van de situatie in Palestina helemaal niet in ons belang is. Die ‘toestanden’, zoals Stevo Akkerman het vertwijfeld noemt, zijn al tientallen jaren een bron van instabiliteit in de wereld. En als schokgolven bereikt het ook West-Europa, en Nederland. Hoeveel haat, hoeveel angst, hoeveel verdeeldheid hangt daar niet mee samen! Want het lot van Palestina, en de manier waarop onze blindheid en doofheid daarvoor worden gepercipieerd in grote delen van de wereld, keert zich tegen ons.
Het is wel degelijk in ons belang dat de Palestijnse kwestie wordt opgelost.
Juist dit belang moet voorop gezet worden, want dat is het belang van ons land, van het volk dat onze ministers betaalt. Misschien niet het korte termijn belang van de bedrijven die zaken willen doen met Israël, meetrekkend in het kielzog van de premier. Maar wel in het landsbelang.
Nederland, en de EU, moeten Israël aanspreken, want Israël is de bovenliggende partij, de speler die iets kan veranderen. De Palestijnen zijn machteloos.
En daarom moeten we klip en klaar zeggen: Dit stopt nu. En anders gaan de grenzen van de EU dicht voor Israëlische producten, burgers, vakantiegangers. En we erkennen Palestina als land.
Als individu kunnen we er trouwens nu mee beginnen. Ga niet op vakantie naar Eilat. Koop geen producten uit Israël. Een lijst vind je hier. En is het niet het landsbelang, dan is het uit mededogen. Het sleuteltje ligt bij ons.
Wij kunnen het sprankje hoop zijn voor de Palestijnen. Het Palestijnse volk telt mee. Want iedereen telt mee, of niemand telt mee.
RJV
*) Dries van Agt, Een schreeuw om recht, 2009.