Je wordt op de gekste plekken gedumpt. Je zit al gauw vol scheuren en deuken, want je wordt vaak geduwd. Iedereen heeft een hekel aan je. Je zal een deelscooter zijn!
Of je zal op de grens van een ‘servicegebied’ wonen. Midden in de nacht worden horden scooters kris kras op de stoep en de straat gezet. Ik hoorde eens dat een makelaar die scooters liet wegslepen als een huis bezichtigd werd. Kopers werden er door afgeschrikt.
Voor voetgangers, of mensen in een rolstoel, zijn ze een ramp. Wist je dat er een Instagram account bestaat met foto’s van foutgeparkeerde deelscooters?
Gemeenten maken regels en de scooter-bedrijven proberen goed parkeren te stimuleren. Soms kan je bijvoorbeeld bonuspunten verdienen als je de scooter netjes parkeert. Of moet je een foto van je geparkeerde scooter opsturen.
“Niemand zal zo goed voor de scooters zorgen als een scooter-verhuurder. Hij heeft er toch baat bij dat z’n scooters heel blijven?”
Dit citaat verzin ik nu. Althans, uit de mond van een scooter-verhuurder. Ik heb zoiets wel vaak van veehouders gehoord. “Niemand zorgt beter voor z’n koeien dan een melkveehouder. Hij heeft toch baat bij gezonde, gelukkige dieren, die veel melk geven?”
Zo’n scooterhouder weegt natuurlijk wel de kosten en de baten af. Nette scooters en nette straten mogen hem natuurlijk niet teveel kosten. (Hoewel een scooter een ding is, en een koe een levend wezen, worden in de veehouderij helaas ook zulke afwegingen gemaakt.)
Terug naar de deelscooters. Er is een grens aan wat netheid mag kosten, anders loopt de winst weg, of wordt scooters delen te duur, en lopen klanten weg.
Maar ook al hebben de scooterhouder en zijn klanten geen kosten, kosten zijn er wel. Voor de gemeente, die ambtenaren moet inzetten om regels te handhaven. Voor huiseigenaren die een kerkhof aan scooters voor de deur krijgen. Voor slechtzienden die struikelen over die scooters.
In Nederland beschouwen we de economie geloof ik als een ruif, waar voordringers uit mogen vreten zoveel ze kunnen, morsend en vervuilend. De overheid ruimt de rommel op, en is verder steeds machtelozer.
Je kunt het ook goed regelen. In Parijs hebben ze dat gedaan. Er is een concessie verleend aan één bedrijf, zoals ook gebeurt in het openbaar vervoer. De elektrische fietsen moet je terugzetten in een ‘docking point’. Er zijn veel van die punten, nette rijen, overal in de stad. De fietsen blijven heel en worden meteen opgeladen. (Zie de foto onderaan de blog.)
Scooters hebben ze niet, alleen elektrische fietsen en gewone fietsen. Lijkt me ook gezonder en veiliger.
Wat het kost? Voor een abonnement betaal je € 8,30 per maand, en 1 euro per 30 minuten. Je krijgt elke maand 2 trips van 45 minuten kado.
Vergelijk dit met Go Sharing (failliet, maar nu doorgestart): Hmm, hun prijslijst is een stuk ingewikkelder dan in Parijs. Een e-bike kost 24 cent per minuut (!). Je kunt pakketten kopen, met fietsminuten die een paar maanden geldig blijven. Daarmee kan je maximaal 20% korting krijgen. Het grootste pakket kost 100 euro, voor 500 minuten. Dat is niet echt grappig, maar de naam van het pakket gelukkig wel (Go Crazy).
Nederland is dus pakweg zes keer zo duur als Parijs. De overheid subsidieert daar ruim de helft van de huur. Lijkt mij verstandig. Kijk maar naar het totaalplaatje, voor huurder en maatschappij.
Als het lukt, om deelgebruik goed te regelen, dan hebben we minder dure grondstoffen nodig. Minder plastics, minder verf stoffen, minder materiaal voor de batterijen. In plaats van tientallen fietsen die de meeste tijd in de schuur staan, hebben we er maar één nodig.
Belangrijk? Ja. Want grondstoffen zijn duur en schaars. We moeten er zuinig op zijn. Net als op deelscooters. Want ja, ook scooters… tellen mee.
RJV