Gisteravond debatteerde minister Hoekstra met de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken. Hij had een mooie brief geschreven over zijn bezoek aan Israël en Palestina.
Is er apartheid in Israel? Of eigenlijk moet je zeggen, maakt Israël zich schuldig aan apartheid, want het ging geloof ik niet om het systeem, of de dagelijkse praktijk, maar om een juridische kwalificatie van wat ze uitspoken.
Hoekstra vond van niet.
Leon de Winter schreef er vandaag een stukje over in de Telegraaf, waarin hij van alles en nog wat in de lucht gooit, spreekt over de Twannen in onze wereld, en ‘Een Ander Joods Geluid’ noemt hij een sekte, en Gaza een wingewest van Hamas, en nog veel meer. De situatie in Palestina 'apartheid' noemen, vindt hij obsceen. 't Is net een kleuter met een bord spaghetti, die er zo’n kliederboel van maakt dat tafelgenoten aan een normaal gesprek niet meer toekomen. En zo houdt hij buiten beeld dat Israël de mensenrechten schendt, dag in dag uit.
Geef een kleuter geen spaghetti met tomatensaus, en verspil geen tijd met de vraag of er in Israël sprake is van apartheid. Het is daar al erg genoeg.
Hoe erg, dat beschrijft ook minister Hoekstra in zijn brief aan de Tweede Kamer. Bijvoorbeeld dat bij ‘veiligheidsoperaties’, het juridische proces dat volgt voor gearresteerde Palestijnen vaak onduidelijk is of ontbreekt. Geweldsincidenten worden slechts mondjesmaat onderzocht.
Dus er vallen vele doden en duizenden gewonden onder de Palestijnen, waaronder ook heel veel kinderen, er worden Palestijnen gearresteerd, en er is geen recht. Palestijnen zijn rechteloos, en de Israëlische politie en het leger zijn straffeloos.
De minister wil helpen met ‘confidence building measures’ en met beide partijen in gesprek blijven. Hij is voor een tweestatenoplossing en ziet dat we daar heel ver vandaan zijn.
Nog sterker, hij ziet dat de nederzettingenpolitiek een tweestatenoplossing ondermijnt. Voor de Palestijnen blijft er simpelweg niets over.
Kunnen we dan niks doen? Hoekstra vindt dat Nederland niets 'vermag’. We zijn te klein.
Niet mee eens.
Gisteren hoorde ik op Radio1 een gesprek met Erwin van Veen van Instituut Clingendael. Volgens hem zijn er twee mogelijkheden:
Samen met andere landen zetten we heel veel diplomatieke druk, vooral op Israël, omdat Israël de dominante partij is.
Of we erkennen Palestina als land op basis van het VN handvest en schorten alle contacten met Israël op, totdat ze serieuze wil tonen om te komen tot een tweestatenoplossing.
Nederland, zegt Erwin van Veen, voert een inconsistent beleid. Aan de ene kant omarmen we de mensenrechten, en ondertussen blijven we met “Israël, dat door de VN gedocumenteerd op industriële schaal de mensenrechten schendt, zaken doen alsof er niks aan de hand is”.
Met die tweede optie kunnen we nu meteen beginnen, als burgers. Ik zap weg van reclamespotjes met mooie happy mensen in Israëlische vakantieoorden, bijvoorbeeld. Ik ga er niet heen. Ik vlieg niet naar Eilat.
Want die mensen die zo happy zijn op die terrassen en stranden in Tel Aviv, zijn dat alleen omdat ze hun ogen sluiten voor de ellende in de bezette gebieden, waar Palestijnen worden buitengesloten door muren, geweren en wetten, en niet meetellen. En dat is obsceen, Leon de Winter.
RJV