Blog Layout

Leon de Winter kaapt de Thorbecke lezing

Robert Jan Vonk • apr 19, 2023

Pieter Omtzigt laat precies zien wie onrechtmatige besluiten heeft genomen, en wanneer en waarover. Laten we voorkomen dat dit kan blijven gebeuren.

Toen hij lucht kreeg van Pieter Omtzigts Thorbecke lezing, zag Leon de Winter zijn kans schoon.


Want speelde hij al niet vele columns met de theorie van een ‘deep state’? En nu zei Pieter Omtzigt hetzelfde!


Omtzigts lezing vertelt ons dat er een klasse van regenten bestaat (ik noem ze een elite) die is losgezongen van het democratische proces en niet ter verantwoording kan worden geroepen.


De Winter noemt het een elite. En Thierry Baudet noemt het reptielen. Dit laatste geef ik De Winter als suggestie op zijn vraag “Hoe moeten we een dergelijke elite noemen?”


Maar ondertussen gebeurt hier iets kwalijks. Want in zijn Thorbecke lezing spreekt Pieter Omtzigt helemaal niet over een elite. En hij steunt ook niet de complotten over een klasse van verborgen krachten die ongezien aan de touwtjes trekken.


Integendeel, want hij wijst heel precies aan wie onrechtmatige besluiten heeft genomen, wanneer dat was en waarover het ging. En hij legt uit hoe dat kon gebeuren.


Ik vind dat Leon de Winter de Thorbecke lezing kaapt. Hij spant Pieter Omtzigt voor zijn karretje. Ik noem dat kwaadaardig.


De boodschap dat er een elite met kwade bedoelingen aan de macht is, schrijft de AIVD, “blijft na corona nieuw leven ingeblazen worden, en lijkt momenteel het populairste extremistische narratief in Nederland.”


Leon de Winter behoort volgens mij tot de mensen die op verholen wijze die boodschap blijven aanwakkeren.


Wat zal hij in zijn nopjes geweest zijn toen hij in de media hoorde “dat de AIVD in het jaarrapport 2022 stelt dat Nederland minstens honderdduizend mensen telt die menen dat we geregeerd worden door een kwaadaardige elite”. Het was gezien! Het was niet onopgemerkt gebleven!


Laten we Leon de Winter voor vandaag links laten liggen (of rechts), en ons richten op de boeiende Thorbecke-lezing van Pieter Omtzigt.


Voor Thorbecke, zegt Omtzigt, ging het niet om wat haalbaar was, of draagvlak had, maar om wat hij vond dat nodig was. Leiderschap dus, in mijn woorden.


Thorbecke vond dat de grondwet moest worden aangepast, om de macht van de regering te reguleren. De grondwet die Thorbecke voorstelde, was “niet een compromis dat ergens na middernacht gesloten wordt in het Catshuis en binnen no time uit elkaar valt, maar een gedegen en doorwrocht stuk, waar in bepaalde kringen van de samenleving een levendige discussie over gevoerd was. Het is precies het tegenovergestelde van de huidige politiek: een intern consistent stuk, dat na debatten in Nederland, op het juiste moment klaarlag en ingevoerd werd.”


Omtzigt laat zien dat een aantal van Thorbeckes voorstellen het indertijd niet gehaald hebben, en dat we daardoor nu precies met de problemen zitten die Thorbecke had voorspeld.


Welke problemen bedoelt Omtzigt? Ik noem de belangrijkste vijf:


Ten eerste: Besluiten worden buiten het parlement om genomen. Niet door een onzichtbare elite, of door reptielen, maar door de regering, of door ministers.


Als voorbeeld noemt hij ‘Catshuisbesluiten’ in de Coronatijd: “een lockdown, een avondklok en een schoolsluiting zijn de afgelopen jaren dus genomen in een gremium dat volgens de wet of de grondwet helemaal niet bestaat, laat staan bevoegdheden heeft om besluiten te nemen. Laat staan formeel gecontroleerd kan worden door het parlement.”


De Coronatijd zou je als uitzonderlijk kunnen beschouwen. Terwijl Omtzigts klacht eigenlijk heel algemeen geldt, het is iets wat zich vandaag afspeelt, en al bijna gewoon lijkt.


Ter illustratie van zijn eerste punt, vind ik het voorbeeld dat hij noemt bij zijn tweede punt sterk. Zijn tweede punt is dat het budgetrecht van het parlement wordt uitgehold door van alles als een noodgeval te bestempelen. Het budgetrecht houdt in dat de regering geen geld mag uitgeven zonder instemming van het parlement. Hooguit in noodgevallen.


Maar dat gebeurt wel. Omzigt noemt het overleg in het Catshuis, waarin een groepje bewindspersonen besloot om elke ‘toeslagouder’ 30.000 euro te geven. Omtzigt laat zien dat de manier waarop dit besluit genomen werd, onrechtmatig was. De Tweede Kamer had zo’n besluit eerst moeten bespreken en goedkeuren. Maar nu trad het onmiddellijk in werking.


Omtzigt laat ook zien dat de manier van beslissen slechte besluiten oplevert. Het 30.000-euro besluit heeft geleid tot miljarden aan kosten en een chaotische, voor mijn gevoel onmogelijke uitvoering.


Wat Omtzigt niet zegt, is dat dit overleg geheimzinnig was. Integendeel, hij vertelt dat bewindslieden hem trots en euforisch opbelden om het heugelijke nieuws te delen, duidelijk niets beseffend van het ongrondwettelijke karakter van hun handelswijze.


Het derde punt dat Omtzigt benoemt, is de kwalijke gewoonte om wetten die door het parlement zijn aangenomen, niet of slechts gedeeltelijk in werking te laten treden.


Thorbecke heeft hier scherp voor gewaarschuwd, toen het zinsdeel “de tijd, binnen welken de afkondiging moet geschieden [wordt] door de wet geregeld” werd geschrapt. Want daardoor kreeg de regering de mogelijkheid om het moment van invoeren te bepalen. Heel lang niet of zelfs nooit invoeren werd dus mogelijk. Maar Thorbecke wilde dat een wet die door het parlement was aangenomen, verplicht moest ingaan op het tijdstip dat het parlement in de wet had goedgekeurd.


Omtzigt zegt dat in de afgelopen 7 jaar, maar liefst 13 fiscale wetten niet of slechts gedeeltelijk zijn ingevoerd. Hij noemt verschillende schrijnende voorbeelden. Daaraan voeg ik toe het amendement op de Wet Dieren, dat in 2021 door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer werd aangenomen. Dit amendement houdt een verbod in om het welzijn van dieren te benadelen met het doel ze beter te kunnen huisvesten. Voorbeeld: staarten van varkens afknippen. De regering weigert nog steeds om dit stuk van de wet in werking te laten treden.


Omtzigts vierde punt is de gebrekkige informatievoorziening van de regering aan de Kamer, en de structurele overtreding van de Wet Open Overheid (Woo). Hierover heb ik de column ‘Gewoon de dwangsom betalen’ geschreven.


Vaak wordt het ‘belang van de staat’ ingeroepen om informatie niet te hoeven delen. En wat dat belang is, dat bepaalt de regering. Ook hiervoor heeft Thorbecke 150 jaar geleden gewaarschuwd. Dan kunnen ministers dus zelf bepalen waarover ze wel of niet informeren, zei Thorbecke, kortgezegd.


“Het is fascinerend”, zegt Pieter Omtzigt, “soms lijkt het namelijk alsof hij voorzag wat er 175 jaar later nog mis kon gaan.”


Voor mijn gevoel is het vooral in de laatste pakweg 12 jaar helemaal mis gegaan. Ik denk dat regels, zelfs als ze in de grondwet staan, staan of vallen bij de wil om je aan die regels te houden. Kijk maar naar het budgetrecht. Dat wordt gewoon genegeerd. En ook al mag iets, je hoeft het niet te doen. Ook zonder wet kan je bedenken dat het de bedoeling is dat je het parlement informeert.


Maar, zegt Omtzigt, de huidige technologische mogelijkheden en gebrek aan controle bieden een kwaadwillende regering ongekende mogelijkheden. Ik vind dat we de fouten in de grondwet moeten herstellen, voordat een echt kwaadwillend bestuur er misbruik van maakt. Zo ver is het gelukkig nog niet. We zien nu vooral de gevolgen van slecht genomen besluiten. (Soms zien we ook kwade bedoelingen, zoals ik heb beschreven in mijn blog 'Zo’n overheid wil ik niet').


Tenslotte nog de laatste ‘weeffout’ die Omtzigt benoemt, en waarvoor Thorbecke had gewaarschuwd: Wetten mogen nu niet getoetst worden aan de grondwet. Daarmee wordt bedoeld dat een rechter niet mag oordelen dat een wet die door het parlement is aangenomen, in strijd is met de grondwet. (En dus niet geldig is.)


Maar is de grondwet dan nog wel een grondwet, die boven alle andere wetten staat? Of kunnen politici dan wetten invoeren die eigenlijk in strijd zijn met de grondwet?


Ik denk dat Thorbecke en Omtzigt gelijk hebben. Die toetsing moeten we alsnog mogelijk maken. Het versterkt onze rechten, onze vrijheid, en onze besluitvorming.


Waarom moet de regering zich houden aan de grondwet en andere wetten? Waarom moeten we de weeffouten herstellen? Waarom is aanpassing van de grondwet belangrijk? Omdat het de basis vormt van onze rechtstaat, waarin we kunnen regelen dat machthebbers gecontroleerd worden en verantwoordelijk worden gehouden. Zodat we kunnen leven in vrijheid, in een samenleving waarin iedereen meetelt. Want iedereen telt mee, of niemand telt mee.


RJV


Pieter Omtzigt sprak de Thorbecke lezing uit op 14 april 2023, in Zwolle. De lezing heeft verder geen titel. Je vindt hem hier.

Recente blogposts:

Standpunt voor Tsaar Peter de Grote in Sint Petersburg, Rusland
door Robert Jan Vonk 28 feb, 2024
Er is geen natuurwet die zegt dat Rusland altijd moet terugspringen naar een oorspronkelijke staat. Wel willen Oekraïners voor geen goud bij Rusland horen
Een vrouw, misschien met menstruatieklachten, drukt op haar buik zoals je doet als je buikpijn hebt.
door Robert Jan Vonk 10 feb, 2024
Bepaalt gezond verstand of je een vrouw bent?
Een werkman inspecteert een berg afval
door Robert Jan Vonk 27 jan, 2024
Wat mij betreft belandt het rapport van de Staatscommissie in de prullenbak. Want het belangrijkste ontbreekt: Dat er maar één aarde is.
door Robert Jan Vonk 24 jan, 2024
De Westelijke Jordaanoever is allang ten prooi gevallen aan religieus extremisme. Niet gesteund door Iran, maar door Israël.
Meer blogposts
Share by: