'De burger kan niet wachten', heet het jaarverslag van de ombudsman. Maar in Groningen moesten mensen uren in de rij staan voor een subsidie i.v.m. aardbevingsschade. Dit zei Reinier van Zutphen, de ombudsman, laatst in een interview met Joost Vullings *):
“Er gebeuren een paar hele rare dingen. Dus eerst, je moet in de rij gaan staan. Digitaal of letterlijk, met een stoeltje erbij als je niet goed kan staan. En het andere was, er was gedacht nou ja niet iedereen zal dat aan gaan vragen, dus in plaats van 100 procent van het budget wat we eigenlijk nodig hebben als iedereen het zou moeten krijgen, begroten we maar 80 procent. En het andere, dat stoppen we in onze eigen zak of op een ander onderwerp. Dat vind ik ook raar.
Als je weet dat 100 procent van de mensen in die postcode gebieden, in die straten, in die huizen, met die nummers, recht hebben op tienduizend euro, dan moet je het gaan brengen. En dan moet je niet wachten wie het komt halen. Juist omdat het om zoveel mensen gaat die al zoveel ellende hebben meegemaakt in het Groningse bevingsgebied. Waarom kon je het niet brengen?”
Helaas vroeg Joost Vullings niet, waarom de ombudsman dacht dat ze het geld niet gewoon overgemaakt hebben. En waarom de oude mensen uren in de kou liet staan.
Want ik denk dat het antwoord op die vraag explosief materiaal zou opleveren.
In zijn
jaarverslag geeft de ombudsman wel een soort antwoorden in vraagvorm: “Waarom lukt het niet de toegang tot deze voorzieningen zo in te richten dat er wel gebruik van wordt gemaakt? Zijn we bang dat het te duur wordt? Zijn we bang voor misbruik? Of zijn we vergeten dat die voorziening er was om mensen verder te helpen?”
Deze vragen stelt hij niet specifiek over ‘Groningen’, maar ‘t lijkt me wel van toepassing. Het idee in Groningen was: we maken het moeilijk om het geld te krijgen, want niet iedereen komt het ophalen, en dat bespaart geld.
Niet iedereen telde mee, dus.
Waarbij, lijkt de ombudsman te zeggen, vergeten was dat het de bedoeling was om mensen te helpen. Men had geen actieve herinnering aan deze bedoeling.
Tja. Je zegt dat je mensen wilt helpen. Maar eigenlijk wil je dat helemaal niet. Die mensen in Groningen? Die hadden gewoon zelf moeten sparen.
Je zegt dat je mensen een vergoeding wilt geven voor kinderopvang. Maar eigenlijk vind je dat mensen zelf voor hun kinderen moeten zorgen. Waarom zou jij moeten opdraaien voor mensen die zo nodig kinderen moeten nemen?
Dus laat je ze bij een enkel foutje alles terugbetalen.
Je zegt wel dat je mensen een bijstandsuitkering wilt geven. Maar je vertrouwt die klaplopers voor geen cent. Ze gaan stiekem samenwonen, en vangen dubbel. Hun moeder betaalt stiekem de boodschappen. Ze hadden dus helemaal geen uitkering nodig.
En je eist dat de gemeente het geld moet terugvorderen.
Je zegt wel dat je vluchtelingen wilt opvangen. Echte vluchtelingen dan. Maar er zit allerlei onguur volk tussen.
Dus maak dat aanmeldcentrum niet te groot, want ze moeten vooral niet denken dat er plek zat is.
Je zegt wel dat je strenge milieuwetten hebt ingevoerd.
Maar je bezuinigt op de handhaving, want anders gaat onze concurrentiepositie er aan.
En zo kan ik nog wel even doorgaan. Dus mijn antwoord op de niet gestelde vraag van Joost Vullings, waarom al die mensen in de rij moetsen staan, luidt: Omdat de politieke partijen achter deze overheden helemaal niet willen dat ze het geld krijgen. Omdat ze eigenlijk vinden dat mensen het zelf moeten uitzoeken.
Zo’n overheid wil ik niet. Dat zei hij ook, Reinier van Zutphen. Een goede ombudsman.
RJV
*) Podcast 'De stemming van Vullings en Van der Wulp', 13 mei 2022, vanaf minuut 43.