Schapenwol levert niks op, zag ik laatst bij de NOS. Ik ging er eens verder naar zoeken, en ontdekte dat een schapenhouder niet alleen op de wol moet toeleggen, maar eigenlijk op alles. Je kunt schapenmelk, schapenvlees en wol verkopen, maar de opbrengst is al gauw minder dan de kosten voor voer en huisvesting.
En dat is er ook nog eens de wolf, die
steeds vaker schapen doodbijt. Niet één, maar soms tientallen in één nacht. Daar gaat je opbrengst, en je hebt kosten van het opruimen van de dode schapen, want de wolf eet ze niet op, maar laat ze liggen in het weiland. ‘Zorg dan ook beter voor je schapen’, roepen sommige natuurliefhebbers dan. Je kunt hekken plaatsen, of met herdershonden werken, of er zelf als herder met een stok en een staf steeds bij blijven. Maar dat verhoogt je kosten natuurlijk nog veel meer.
De schapenhouders die je erover hoort praten, lijken trouwens meer ontzet door het gruwelijke leed voor hun schapen dan om het geld. De schapen worden gebeten in hun hals en strottehoofd, en stikken. Soms leven ze nog als ze worden gevonden. De aanblik is vreselijk, en het lijden van deze schapen destemeer.
Als het niks oplevert, waarom houd je dan schapen? Want als je het niet zou doen, dan was dit probleem met de wolf er niet.
Maar het schaap is nu eenmaal in Nederland. En ik vind dat we hen moeten beschermen tegen oude bekenden: wolven.
Een wolf doodschieten mag niet. En al zou het mogen, dat is voor mij uitgesloten.
Dus hoe dan wel?
Laten we eerst eens kijken naar ‘het schaap’. Zijn schapen volkomen weerloos tegenover een wolf? Als je sommige video’s bekijkt denk je van wel. Een wolf jaagt door het weiland en sommige schapen staan erbij en kijken er naar - inderdaad, schaapachtig.
Toch kunnen schapen zich wel verdedigen. Er zijn voorbeelden bekend waarin een volwassen schaap heel kordaat optreedt. Ze stapt, of rent, met de kop omhoog, de borst vooruit, recht op een wolf af. De lammetjes scharen zich achter haar. Dan druipt de wolf af. (Bekijk ‘t
hier.)
Om zoiets te bereiken moet je misschien wel een groep in de wei hebben met moeders, en misschien ook vaders. Niet alleen maar lammetjes.
Het beste zou zijn als de schapen zichzelf in veiligheid kunnen brengen, op een plaats waar een wolf niet kan komen, maar een schaap wel. En dat is op een hoge plaats, met een stijle toegang. Een plek waarvan een wolf weet, als hij die kordate moeders ziet:
Dit is een uphill battle.
Een schuurtje met stenen of hout of pallets er naast zou zo’n hoge schuilplaats voor schapen kunnen zijn. Maar een speciaal bouwwerk zou nog mooier zijn.
Stel je voor: een stapeling van grote blokken, basalt bijvoorbeeld. Pakweg drie meter hoog. Er over heen storten we aarde. Bomen en struiken op de top houden het bij elkaar. Een veilig plateau van vijf bij vijf meter.
Denk je dat we 't aandurven?
RJV
NB: veel in deze blog is gebaseerd op een lezing van Dr. Diederik van Liere, gedragsbioloog en oprichter van het
Institute for Coexistence with Wildlife. Ik hoorde hem spreken op 8 januari 2023.