In ‘de TussenRuimte’ stelt podcast-maker Ron van Es zijn gasten twee vragen: “Wat moeten we loslaten?” En “wat kunnen we ons verbeelden?”
We weten dat het zo niet langer kan, stelt Ron. Het is achter ons. Maar wat er voor ons is, hoe het dan wel moet worden, dat is nog niet duidelijk.
En nu zitten we er tussenin, in ‘de tussenruimte’.
Zoals je in een theater een ruimte kan scheppen, zo doet Ron van Es het in gesprekken. In de eerste zinnen zet hij ‘t neer. Zijn gasten zitten plotsklaps in een tussenruimte. Het helpt om na te denken over de vragen, over loslaten, over een toekomst.
Het is mooi om te horen. De podcast-gasten praten niet als politici, maar als tamelijk gewone mensen met een bepaalde drive. Dat ze iets achter laten, en nog los moeten laten, hebben ze niet altijd scherp. Verbeelden, daar lijken ze niet allemaal heel uitgesproken mee bezig.
Wel als Ron doorvraagt. Dan blijken ze dingen te willen veranderen, hebben ze een droom.
Is er echt een tussenruimte? Een van de gasten denkt dat er een veilige omgeving mee is bedoeld, waarin je kunt leren en ontdekken, voordat je met het echte leven begint. Hij is voorzitter van een hogeschool. Zijn leerlingen zitten in die tussenruimte.
Wat we los moeten laten, is chaotisch verweven met wat er komen gaat. Ik zie het als het leven zoals het is, nooit statisch, soms stil, en soms heftig. Voor iedereen anders. ‘t Is heftig als een nieuw stukje werkelijkheid zich aandient en je in paniek raakt. Soms overkomt ‘t jou alleen, of alleen jouw gezin. Anno nu maken miljarden mensen het mee. Met die paniek betreden we de tussenruimte. De wereld beleeft heftige tijden.
Veilig ervaar ik die grimmige werkelijkheid niet. Integendeel. Allerlei lieden willen profiteren van de hevige turbulentie om ons heen, en spiegelen ons voor dat er niks hoeft te veranderen. Dat anderen de schuld hebben. Problemen verbinden ze aan identiteit en zo maken ze loslaten moeilijk. Bijvoorbeeld als ze zeggen dat alle mannen vlees eten, barbequen en je tegen racistische grappen moet kunnen. Dat wij zo zijn.
En behalve profiteurs zijn er ook machtige mensen met grote belangen, die ze niet zomaar opgeven. Dat is een factor van jewelste. En mede daardoor is de toekomst ongewis.
Nu wil ik Ron’s vragen beantwoorden.
Wat moeten we loslaten?
Net als één van de gasten in de podcast denk ik: Het waanbeeld dat de mens het belangrijkste is op aarde. Dat de mens centraal is, en alles om hem draait, en ook alles voor hem moet wijken. Dat al het andere niet meetelt.
Die misperceptie schijnt zo diep verankerd in ons leven, dat we ‘t niet meer zien. Deze
tweet van een veehouder illustreert dat: “Mens en koe leven in symbiose met elkaar. Een koe is géén natuur, maar een in de loop der eeuwen gefokt landbouwhuisdier. We zorgen er goed voor, de koe geeft ons melk en tot slot eten we haar op. Zonder economisch nut bestond de koe niet.”
Voor veel twitteraars klinkt dit logisch. Maar mij valt de impliciete veronderstelling op dat de mens meer telt dan de koe, dat dit dier niet telt als levend wezen. Dat de melkkoe geen deel uitmaakt van de natuur, omdat wij mensen er ook geen deel van uit maken. En dat ondanks de intenties, de goede zorgen beperkt worden door kosten die moeten dalen omdat marktprijzen dalen. De koe wordt gereduceerd tot een ding, een productiemiddel en een product. Haar stierkalfje tot afval.
Steeds als we de mens als centrum van de wereld zien, zie ik het goed mis gaan, met onnoemelijk leed tot gevolg. En heel veel schade. De manier waarop we met koeien omgaan, leidt bijvoorbeeld tot schade door ammoniak en methaan, tot platgespoten en gladgestreken raaigras-velden zonder bomen en zonder leven. Onze leefomgeving wordt bedreigd en wijzelf ook. Daarover schrijf ik in ‘t Everybody Counts Blog.
Wat kunnen we ons verbeelden? Welke toekomst zien we voor ons?
Een betere toekomst, is meestal het antwoord. Het paradijs op aarde. In ‘de TussenRuimte’ stelt de voormalig voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging, Werner Schouten, dit ter discussie. Waarom zijn we positief, vraagt hij zich af. “Als ik mij m’n eigen toekomst verbeeld, dan zie ik geen enkele reden om optimistisch te zijn. Of we nou anderhalve graad opwarmen of 5.7 graad opwarmen, in elk opwarmings-scenario wordt de wereld er zeker niet fraaier op”.
Ik vrees dat hij gelijk heeft. Het ziet er niet goed uit. Misschien is onze toekomst niet mooi, wordt het slechter en niet beter.
Maakt ons dat verdrietig, angstig, boos?
Zijn je idealen een doel in de toekomst, of je houvast voor elke dag, ook vandaag? Ik wil het liefst werken vanuit waar we nu zijn, wie we nu zijn, en nu willen zijn. Met idealen als een leidraad voor de acties die we nu nemen.
Niet om persé de toekomst die we ons verbeelden te bewerkstelligen. Maar met onze idealen als uitgangspunten. ‘Iedereen telt mee’, bijvoorbeeld.
Ook als profiteurs en machtige mensen onze toekomst bedreigen. Ook als de toekomst geen aards paradijs blijkt te zijn.
Hou vast aan je idealen!
RJV
Podcast-serie 'De TussenRuimte' kan je beluisteren op
Spotify.