Gisteren schreef ik over de uitspraak van Johan Remkes, dat het flauwekul is om te denken dat de kiezers van Wilders allemaal racisten zijn. Volgens Remkes zijn het mensen met zorgen over de snelle veranderingen in hun omgeving.
Die snelle veranderingen worden kennelijk gekoppeld aan mensen uit andere culturen, die in Nederland komen wonen. Een van de zorgen is het gevoel dat we iets verliezen waar we aan gehecht zijn. Of zelfs, dat iets van ons wordt afgenomen.
Dat gevoel mag er zijn, op allerlei manieren: boosheid, verdriet, weemoed.
Als we het verlies aan woonruimte of banen even voor een andere column bewaren, wat ervaar jij dan als verlies doordat ons land veranderd is?
Misschien zoiets: vroeger hadden we rust, en nu geluid van de moskee die begint. En enorm veel mensen op straat, die anders gekleed gaan dan wij. Of: Ik vind het fijner om mensen zonder hoofddoek te zien, maar veel kassières dragen er één. Of: ik heb het gevoel dat er niemand meer is zoals ik, of zoals wij. En het zou makkelijker zijn op de basisschool van je kinderen als iedereen goed Nederlands sprak, ouders en leerlingen. En we verliezen vrijheden. Misschien konden homo’s vroeger hand in hand lopen, en kan dat nu niet meer.
Politici lijken ons op allerlei manieren voor te spiegelen dat we het niet hoeven te pikken, die veranderingen.
En politici maken gebruik van onze zwakheden om ons iets wijs te maken. De eerste zwakte is dat we iets wat makkelijk klinkt, makkelijk geloven. Bijvoorbeeld: “Niemand wil dat in Ter Apel mensen maandenlang buiten op de grond slapen. Dus Wilders’ vraag wat je als land aankan, vind ik terecht.”
De tweede zwakte is, dat we de oorzaak van problemen liefst buiten onszelf zoeken. Vandaar dat de komst van asielzoekers als oorzaak van woningnood, aannemelijk klinkt.
Maar politici die op die zwaktes inspelen, zijn uit op stemmen, niet op het oplossen van problemen. Nog sterker, ze houden de problemen liever in stand. Want door maar één klein aanmeldcentrum te hebben, dat steeds overbelast is, lijkt 't probleem heel groot.
Er zit niks anders op dan die politici keihard aan te spreken op hun leugens.
Laten we eens zo’n leugen bij de kop pakken: ‘De spreidingswet is ondemocratisch’. Argument: want gemeenten moeten zelf kunnen beslissen of ze een asielzoekerscentrum willen. Vind je dat ook van andere dingen? Vind je bijvoorbeeld dat gemeenten zelf moeten kunnen beslissen of ze jeugdzorg bieden? Of onderwijs? Dat ze bijvoorbeeld kunnen zeggen, voor jeugdzorg moet je bij een andere gemeente zijn, wij vinden het teveel gedoe?
Een dorp als Ter Apel zou baat hebben bij de spreidingswet, omdat asielzoekers dan makkelijker elders in het land ondergebracht kunnen worden. Dat zou je ook kunnen vertellen, dat de spreidingswet juist eerlijk en democratisch is. Omdat die wet er voor zorgt dat alle gemeenten hun eerlijke deel aan asielzoekers opvangen. (Uit een telling van vorig jaar bleek dat bijna 60% van de gemeenten al 10 jaar lang geen asielzoekers opvangen. Waarom vind je het eerlijk dat jouw gemeente niets hoeft te doen, en andere gemeenten juist veel?)
Maar die 'instroom' dan, moet dat niet eerst aangepakt worden? Nee, want de spreidingswet heeft alleen met asielzoekers te maken, mensen die we niet de deur kunnen wijzen. Er komen veel meer mensen naar Nederland dan asielzoekers, en daar willen partijen juist niks aan doen! Laat je niet in de maling nemen! (Lees hier meer.)
Stel dat iedere gemeente echt een evenredig aantal asielzoekers zou opvangen. Wat zou dat voor jouw dorp of stad betekenen? Per 300 inwoners zou je één vluchteling opvangen. Mijn stad Rotterdam zou in 2023 ongeveer 2000 nieuwe mensen een plek moeten geven. Ik vind het niet veel, in zo’n grote stad. (En de woningnood dan? Daarover later meer.)
In plaats van veel dingen roepen, kunnen politici ook dingen doen.
Bijvoorbeeld dit: Asielzoekers behandelen als mensen. Geef hen de mogelijkheid om aan het werk te gaan. Zodat zij ons leren kennen, en wij hen. Geef anderen de kans om hen te helpen. Met goede kleren bijvoorbeeld. Geef hen de kans om goed voor de dag te komen. Op hun werk. Op school. In de kerk of moskee. Op de sportclub. Geef hen de kans iets terug te doen.
Over bepaalde zaken moeten we dan praten. Bijvoorbeeld over wat LHBTIQ+ betekent. Ook voor veel mensen die hier al lang wonen zou zo'n gesprek trouwens goed zijn.
Gevoel van verlies verdwijnt dan misschien niet. Maar misschien geeft het ons iets terug. Meer collega’s, die in hun geboorteland vaak ook een vak hebben geleerd. Nieuwe vrienden. Een goeie voor je voetbalteam.
Het is toeval dat wij wel meetellen, en anderen niet. Geen natuurwet. En we kunnen het veranderen.
RJV
Bij de vorige verkiezingen (2021), benadrukte de VVD dat arbeidmigranten "een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse economie. () We blijven het economische migratiebeleid aanpassen om Nederland aantrekkelijk te houden voor talenten die een bijdrage aan Nederland leveren." Nu zegt het verkiezingsprogramma: "Er is grip nodig op arbeidsmigratie waarbij we kiezen voor degenen die we nodig hebben." Wie heeft arbeidskrachten nodig? Ondernemers met kassen? Of met logistieke centra? Als we onze economie niet anders inrichten, zijn er heel veel arbeidsmigranten nodig. De VVD wil dus eigenlijk niets doen aan arbeidsmigratie. In plaats daarvan doet deze partij of asielzoekers die via Ter Apel komen het probleem zijn. Zie: Asielzoekers als zondebok.